Neurobiologie en de psychiatrie

 

BètaBreak editie februari 2014

Al eeuwenlang worden mensen die abnormaal gedrag vertonen gelabeld als ‘gek’ en soms zelfs geïsoleerd van de samenleving. Sinds de komst van de DSM, het handboek voor psychiaters, in de jaren ’50 is er meer regulering van de diagnoses, die daarvóór voornamelijk afhankelijk waren van de specifieke psychiater. Ondertussen is er de laatste decennia enorm veel nieuwe kennis vergaard over wat gezonde en afwijkende hersenen kenmerkt. In deze BètaBreak gaat op zoek naar raakvlakken, tegenstellingen en overeenkomsten tussen de psychiatrie en de neurowetenschap. In de discussie zullen vragen aan bod komen als: Bouwt de psychiatrie op (neuro)wetenschappelijke kennis zoals die op het Science Park vergaard wordt? Hoe heilig is de DSM? Waar ligt de grens tussen ‘normaal’ en ‘abnormaal’ gedrag? En op welke manier kan de neurowetenschap bijdragen aan een objectivering hiervan?

Sprekers

Paul Lucassen (professor in de neurobiologie, groepsleider hersenplasticiteit bij het SILS-CNS aan de FNWI)

Jan Swinkels (psychiater in het AMC en hoogleraar richtlijnenbeleid in de gezondheidszorg aan de UvA)

Steven Kushner (professor neurobiologische psychiatrie aan het Erasmus MC)

Chris Kruse (bijzonder hoogleraar geneesmiddelenonderzoek bij het SILS)

 
Previous
Previous

Wetenschappelijk verantwoord eten

Next
Next

Buitenaards leven